Vandaag heeft het Europees Institutuut voor Gendergelijkheid (EIGE) de resultaten van haar jaarlijkse gendergelijkheidsindex bekend gemaakt. België scoort 1,3 punten beter dan vorig jaar. Ons land stijgt zo naar de achtste plaats op de Europese ranking. Europees Parlementslid Cindy Franssen: “Het is een goede zaak dat we er in het algemeen licht op vooruit gaan, maar anderzijds is er nog heel wat werk op vlak van de loonkloof en de verdeling van de onbetaalde zorgtaken.”
Elk jaar worden de EU-lidstaten en de EU in haar geheel beoordeeld om na te gaan in hoeverre gendergelijkheid is bereikt. De index werkt met een schaal van 1 tot 100, waarbij 1 staat voor volledige ongelijkheid en 100 voor volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Zweden blijft afgetekend het meest gendergelijke land in Europa met 83,9 punten, gevolgd door Denemarken (77,8) en Nederland (75,9). België staat met 72,7 punten op de achtste plaats. Het Europees gemiddelde is 68 punten (4,9 punten hoger dan in 2010). Griekenland sluit de rij met 52,5 punten.
Cindy Franssen: “Het is positief dat België in de subtop met 1 plaats opschuift naar boven. Maar we zijn er nog niet en mogen als land nog meer ambitie tonen. Sinds 2010 zijn we er 3,4 punten op vooruit gegaan. Dit mag wel een versnelling hoger.”
Loonkloof blijft hoog
De Belgische loonkloof is tussen 2010 en 2018 met 3% gedaald. Dit betekent dat vrouwen nog altijd 10% minder verdienen dan mannen. De kloof is het kleinste bij vrouwen tot 24 jaar (6%), gevolgd door de leeftijdscategorie 24-49 jaar (22%). Mannen tussen de 50-64 jaar verdienen gemiddeld 32% meer dan vrouwen in diezelfde leeftijdscategorie.
Cindy Franssen, lid van de commissie gendergelijkheid: “De lichte daling is grotendeels te danken aan de federale loonkloofwet van 2012. We kijken alvast uit naar de implementatie van de Europese loonstransparantierichtlijn, die de regelgeving nog verder zal aanscherpen. De ontwerprichtlijn werd in maart voorgesteld door de Europese Commissie en wordt momenteel behandeld door het Europees Parlement.”
Belgische zorgkloof neemt toe
Bovenop de loonkloof is er ook sprake van een onbetaalde zorgkloof tussen vrouwen en mannen. Uit de laatst beschikbare cijfers (2016) blijkt dat 81%[1] van de vrouwen in België dagelijks kookt en/of actief bijdraagt aan het huishouden tegenover 33%[2] van de mannen. Belgische vrouwen (43%) nemen ook meer zorgtaken op voor (klein)kinderen en/of ouders dan mannen (29%). Het EU-gemiddelde bedraagt respectievelijk 29% en 25%.
Sinds 2007 is deze zorgkloof nog toegenomen van 46% naar 48%. Aanvullend zien we een kloof van 7%[3] op vlak van vrije tijd, cultuur- en sportactiviteiten. 32%[4] van de Belgische vrouwen neemt deel aan sociale activiteiten tov 39%[5] van de Belgische mannen.
Cindy Franssen: “Het is verontrustend om vast te stellen dat het vrouweljke onbetaalde aandeel in de zorg en het huishouden zo hoog blijft en zelfs is toegenomen. Het is duidelijk dat we moeten blijven werken aan gezinsondersteunende maatregelen en initiatieven om de gezinstaken evenwichtiger te verdelen. Dit kan bijvoorbeeld via een uitbreiding en flexibilisering van het ouderschapsverlof en de omzetting van de Europese richtlijn betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven.”
Meer vrouwen dan mannen met diploma hoger onderwijs
Het aantal vrouwen met een diploma hoger onderwijs is in de periode 2010-2019 gestegen van 28% naar 34%. Bij de Belgische mannen is dit respectievelijk 27% en 29%. Enkel bij de 65-plussers is er nog een meerderheid aan mannen met een diploma hoger onderwijs (25% tov 17%).
Cindy Franssen: “België is licht gestegen op de Europese gendergelijkheidsindex. We zien heel wat positieve zaken in het rapport, zoals de stijging van het aantal vrouwen met een diploma hoger onderwijs. Toch mogen we meer ambitie uitspreken op vlak van gendergelijkheid. Zo ligt er nog heel wat werk op de plank om de loonkloof en de ongelijke verdeling van zorgtaken aan te pakken.”
[1] EU-gemiddelde van 78%
[2] EU-gemiddelde van 32%
[3] EU-gemiddelde van 4%
[4] EU-gemiddelde van 27%
[5] EU-gemiddelde van 31%
Achtergrond:
Geweld op vrouwen is niet opgenomen in de index omdat er onvoldoende cijfermateriaal beschikbaar is om geweld op vrouwen in kaart te brengen. Eurostat werkt momenteel aan een grote Europese studie en ook EIGE zelf werkt aan extra cijfers rond partnergeweld, verkrachting en femicide. Het is wachten tot de gendergelijkheidsindex van 2024 om hier een duidelijk zicht op te krijgen.
De volledige gendergelijkheidsindex is terug te vinden via de volgende link: https://eige.europa.eu/gender-equality-index