Op woensdagnamiddag debatteren de Europese Parlementsleden over de EU-strategie inzake coronavaccinatie. Cindy Franssen, lid van de EVP-fractie: “Het staat als een paal boven water dat de veiligheid en de kwaliteit van het uiteindelijk vaccin moet primeren. We moeten nu het Europees Geneesmiddelenagentschap de nodige tijd gunnen voor haar uiterst grondige analyse, alvorens ze het licht op groen zet. Het is hoe dan ook een huzarenstukje dat de Europese Unie in minder dan een jaar tijd zo dicht staat bij een werkbaar vaccin. Al komen er nieuwe uitdagingen op ons af.”
De Europese Unie heeft van in het begin een sterke rol op zich genomen in de aankoop van de vaccins. Cindy Franssen: “De EU-vaccinatiestrategie heeft gewerkt. Op minder dan een jaar tijd, gaan we werkbare, veilige en kwaliteitsvolle vaccins hebben, tegen een betaalbare prijs. Door als één Unie te onderhandelen en de financiële risico’s van bedrijven te beperken is de schaalgrootte van de EU optimaal benut. Dit is een les die we moeten meenemen in onze verdere en sterkere Europese samenwerking op vlak van gezondheid, zoals bijvoorbeeld voor de aankoop van medicijnen tegen zeldzame ziektes of kanker.”
"Op minder dan een jaar tijd, gaan we werkbare, veilige en kwaliteitsvolle vaccins hebben, tegen een betaalbare prijs. Door als één Unie te onderhandelen en de financiële risico’s van bedrijven te beperken is de schaalgrootte van de EU optimaal benut. Dit is een les die we moeten meenemen."
Intussen communiceerde het Europees Gezondheidsagentschap (EMA) dat het op 21 december mogelijks zal beslissen over de goedkeuring van het Pfizer/BioNTech-vaccin. Die snelheid doet bij sommigen de ogen fronzen, maar Cindy Franssen stelt gerust: “Het EMA beschikt over de beste Europese experts en analyseert de data zeer nauwkeurig. De grootste tijdswinst ten opzichte van andere vaccins zijn trouwens efficiëntiewinsten. Door parallel bepaalde stappen in de procedure tegelijkertijd te zetten, permanente dialoog tussen autoriteiten en de farmasector en meer financiële middelen en mankracht, gaan we sneller dan ooit. Het stemt me overigens bijzonder tevreden dat het VK en Hongarije de enige lidstaten waren die niet wachtten op goedkeuring van het EMA. Dit is dan ook de grote sterkte van deze gezamenlijke Europese goedkeuringsprocedure: wanneer de Commissie op advies van het EMA toelating geeft aan een bepaald vaccin of medicijn, krijgt het onmiddelijk toegang tot de hele Europese markt.”
Toch is de rit nog niet gereden en staan er nieuwe uitdagingen voor de deur: “We zullen hoe dan ook extra onderzoek moeten doen naar de effecten van het vaccin op kwetsbare personen zoals kankerpatiënten of zwangere vrouwen. De Europese Commissie heeft een tijd geleden ook richtsnoeren gelanceerd om bij de uitrol en de verdeling van de vaccins een gecöordineerde aanpak te krijgen. Een nieuw lappendeken aan nationale strategieën kunnen we missen als kiespijn.”
Ontwikkelingslanden
Het debat in het Europees Parlement heeft ook betrekking op de toegang tot het vaccin voor ontwikkelingslanden: “We moeten inderdaad durven verder kijken dan onze eigen grenzen. Rijke landen mogen niet alle vaccins opeisen ten koste van ontwikkelingslanden. Het is al zo vaak gezegd, maar in een sterk geglobaliseerde wereld stopt het virus niet aan de grenzen. De Europese Unie speelt daarom ook een belangrijke rol in het WHO-samenwerkingsverband COVAX, dat ook vaccins wil voorzien aan de lage inkomenslanden. Toch zijn de huidige inspanningen nog niet voldoende en mogen we van onze rijkere landen een extra effort verwachten. Zoals de WHO-directeur Ghebreyesus onlangs nog liet optekenen is de echte vraag niet of de wereld het zich kan veroorloven om te delen, maar of de wereld het zich kan veroorloven om dit niet te doen”, besluit Cindy Franssen.