Meer samenwerking kan levens redden. Dat stelt het Europees Parlement vandaag in haar eindrapport met aanbevelingen hoe de strijd tegen kanker in de Europese Unie een versnelling hoger kan schakelen. Cindy Franssen, coördinator voor de EVP-fractie: “De toegang tot de best mogelijke behandeling bij kanker is nog heel versnipperd in de EU. Met deze aanbevelingen van de bijzondere commissie voor de strijd tegen kanker die we vandaag goedkeuren, willen we hier een einde aan maken.”
Elk jaar krijgen 2,7 miljoen mensen in de EU de diagnose van kanker. In 2020 stierven er 1,3 miljoen Europeanen aan de ziekte. Een kwart van de wereldwijde kankerdiagnoses situeert zich daarmee in Europa. Dat terwijl er slechts een tiende van de wereldbevolking in Europa woont. Volgens Cindy Franssen, Europarlementslid voor CD&V, kan dit niet langer: “De cijfers zijn overduidelijk. Als we niets doen verwachten we tegen 2035 nog eens 24% meer sterfgevallen als gevolg van kanker. We moeten dus zo snel mogelijk een andere weg inslaan. Om echt een verschil te maken voor patiënten, hun families, medisch personeel en onderzoekers hebben we een 360° benadering nodig die kijkt naar alle stadia van de ziekte. Ik ben dan ook uiterst tevreden met de aanbevelingen die we vandaag doen.”
“Van preventie en screening, over snelle diagnose, toegang tot de best mogelijke behandeling en helemaal tot nazorg: elke fase is belangrijk. De Europese Unie heeft in al deze aspecten een duidelijke meerwaarde. Samen kunnen we meer en beter doen. Het doel is niet alleen het aantal kankers terugdringen maar tegelijk ook elke Europeaan gelijke toegang geven tot de best mogelijke behandeling, ook wanneer deze over de grens te vinden is. Want je overlevingskansen mogen niet afhangen van je woonplaats of sociale status,” vervolgt Franssen.
“Op vlak van preventie moeten we de blootstelling aan kankerverwekkende en hormoonverstorende chemische stoffen terugdringen. We worden hier vandaag nog teveel aan blootgesteld via de lucht, ons water of onze alledaagse producten. Iedereen moet kunnen leven in een gezonde omgeving. Tegelijk weten we dat tabak één van de grootste boosdoeners is bij het veroorzaken van kanker. Om het aantal rokers terug te dringen vragen we hogere tabaksprijzen, neutrale pakjes en meer rookvrije zones. E-sigaretten kunnen rokers helpen om te stoppen met roken, maar we moeten ten alle tijde vermijden dat ze niet-rokers of jongeren toch aanzetten om te beginnen roken. Daarom moeten de smaakjes die e-sigaretten zo aantrekkelijk maken op de schop.” Franssen legt ook de focus op een veilige werkomgeving: “Jaarlijks veroorzaakt blootstelling aan allerlei stoffen op de werkvloer nog ongeveer 120.000 sterfgevallen door werkgerelateerde kankers. Hier is echt meer ambitie nodig van de Commissie, onder meer met strenge limietwaarden voor blootstelling aan de meest giftige stoffen.”
Verder moeten ook de deelnamecijfers aan bestaande screeningprogramma’s omhoog naar 90% van de doelpopulatie. Bijkomende screeningprogramma’s naar andere vormen van kanker zijn ook noodzakelijk, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Het rapport kijkt ook naar de gevolgen van de COVID-19 crisis op deze screening. Via gerichte aanbevelingen vermijden we dergelijk uitstel in de toekomst. Een grote doorbraak is volgens Franssen ook het linken van datasets van screenings en diagnoses met beroepscategorieën. Franssen: “Die link tussen datasets van screenings, diagnoses en beroepscategoriën bestaat vaak nog niet. Door ze wel te leggen kan je zien welke beroepscategorieën verhoogd risico lopen. Die info zullen we dan gebruiken om gerichtere preventieve maatregelen te nemen.”
Daarnaast staat ook het principe van gelijke toegang centraal. Er zijn vandaag nog zeer grote geografische verschillen te merken.“Gezamenlijke aankoop van geneesmiddelen zal de prijs niet alleen drukken, het zal er ook voor zorgen dat de nodige geneesmiddelen in alle lidstaten beschikbaar zijn. Dat is nu niet steeds het geval. We moeten de EU ook in de cockpit houden wat wetenschappelijk onderzoek betreft. Hier willen we vooral inzetten op behandelingen voor zeldzame kankers en kankers bij kinderen.”
“Vandaag horen we van wetenschappers dat zij vaak nog te maken krijgen met allerlei regelgevende drempels die vlot grensoverschrijdend onderzoek in de weg staan. Daarom vragen we dat er een speciale gezant komt binnen de Europese Commissie, die deze drempels in kaart moet brengen en ze helpen wegwerken. Innovatie, brede klinische proeven en nieuwe high-tech behandelingen zijn essentieel om overlevingskansen van patiënten te verhogen. We moeten binnen de EU dit wetenschappelijk potentieel dan ook ten volle benutten.”
“Om discriminatie na de ziekte weg te werken, pleiten we ook voor een Europees recht om vergeten te worden”, vervolgt Franssen. “Vandaag bestaat dit al in België, maar in het merendeel van EU lidstaten kent men dit niet. In die landen kunnen kankerpatiënten zelfs jaren na hun behandeling geen lening aangaan of verzekering afsluiten. Zo creëer je eerste- en tweederangsburgers. Een Europees verankerd recht om vergeten te worden zal hier een einde aan maken.”
Voor Franssen staan ook adolsecenten en jongvolwassenen centraal. Die AYA’s vallen voor hun behandeling vaak tussen de traditionele groepen van volwassenen en kinderen. Franssen: “AYA’s hebben echt nood aan zorg op maat, zowel medisch als psychologisch. Daarom zullen we de bestaande kennis nog beter samenbrengen en grensoverschrijdende zorg voor hen toegankelijker maken. Een Europees paspoort voor voormalige kankerpatiënten zal ook de nazorg en opvolging verbeteren.”
Naast de patiënten staat ook het zorgpersoneel centraal voor het Parlement. Zo kan er bijvoorbeeld via de cohesiefondsen in opleiding en bijscholing geïnvesteerd worden. Franssen: “Zorgpersoneel verdient alle steun die zij kunnen krijgen. Eén bepaalde groep die ik extra onder de aandacht wil brengen zijn de mantelzorgers. Zij vullen vaak een onmisbare rol in voor patiënten, maar hebben in veel landen geen formeel statuut. Daarom vragen we een officiële erkenning met een minimumbescherming van hun rechten. Denk dan bijvoorbeeld aan een vast aantal verlofdagen of een zorgpremie. Het is wel aan de lidstaten om dit uit te werken.”
Natuurlijk dient dit plan ook gefinancierd te worden. De Europese Commissie trekt hiervoor in het totaal 4 miljard euro uit voor deze begrotingsperiode (2021-2027), afkomstig uit het EU4Health-programma, het Horizon Europe onderzoeksfonds en de fondsen van het cohesiebeleid (Fonds voor Regionale Ontwikkeling, Cohesiefonds en Europees Sociaal fonds Plus). Cindy Franssen: “Ambitieuze plannen, daar horen ook ambitieuze investeringen bij. We zijn uiterst tevreden met de beloftes van de Commissie. Nu zal het zaak zijn om hier ook aan tegemoet te komen en alert te blijven dat hier niet in gesnoeid wordt.”
Franssen wijst er tenslotte wel op dat het werk hiermee geenzins af is: “Het momentum om nu echt in te zetten op meer samenwerking is er. In de komende maanden en jaren zullen we deze aanbevelingen omzetten in concrete wetgeving en herziening in tal van richtlijnen. De ambitie moet hoog blijven. We rekenen daarvoor op zowel de Europese Commissie en de nationale overheden.”