Op woensdag 3 juni startte de Europese Commissie de tweede consultatieronde bij de sociale partners over een eerlijk minimumloon in de Europese Unie. Al van in het begin was eerlijke minimumlonen een prioriteit voor Commissie-Von der Leyen, maar dit wordt nu extra versterkt door de gevolgen van de coronacrisis. Uit een eerste consultatieronde concludeerde de Commissie dat verdere Europese actie echt noodzakelijk is.
Commissievoorzitter Von der Leyen heeft steeds gewezen op het belang van eerlijke minimumlonen in de EU. Doordat de Unie hard getroffen is door het coronavirus, wordt deze nood alleen maar groter. “Voor het herstel en voor de opbouw van eerlijke en veerkrachtige economieën is het absoluut noodzakelijk dat alle werknemers in de EU een fatsoenlijk inkomen hebben”, meent de Commissie.
Cindy Franssen: “De coronacrisis heeft onze werknemers en hun gezinnen ontzettend onder druk gezet. De ongelijkheden in loon werden zo alleen maar meer duidelijk. Vooral voor landen als Polen, Bulgarije en Roemenië zal de impact van een Europees kader voor minimumlonen groot zijn. Bovendien zal dit een positieve invloed hebben op de hardnekkige genderloonkloof.”
Er komt geen uniform minimumloon. De Commissie heeft wel de intentie om de minimumlonen op te trekken en een kader te voorzien waarbinnen minimumlonen in de lidstaten bepaald moeten worden.
Cindy Franssen: “De bedoeling van de Commissie is duidelijk: Ze wil in alle lidstaten goed functionerende collectieve loononderhandelingen, met duidelijke en stabiele nationale criteria om wettelijke minimumlonen vast te stellen. De betrokkenheid van de sociale partners wordt daarbij vooropgesteld. Verder benadrukt de Commissie dat nationale minimumloonstelsels moeten worden nageleefd en wil ze controlemechanismen op de naleving van die nationale minimumloonstelsels.”
Cindy Franssen: “Een wetgevend instrument is veel krachtiger!”
Net als in België wordt op Europees niveau sociale regelgeving in eerste instantie overgelaten aan de sociale partners. Die worden nu verzocht om tegen 4 september hun input te bezorgen. Eén van de vragen daarbij is welk instrument ze het meest geschikt zouden vinden. Voorlopig liggen er nog twee opties op tafel: Ofwel wordt het kader voor minimumlonen gegoten in een wetgevend instrument in de vorm van een Europese richtlijn, ofwel kiest de Commissie voor een niet-wetgevend instrument in de vorm van richtsnoeren en aanbevelingen. Voor Europees Parlementslid Cindy Franssen is het duidelijk: “Een wetgevend instrument is veel krachtiger!”