Het Europees Parlement stemde over een nieuwe zorgplicht voor bedrijven. Deze wetgeving moet ervoor zorgen dat Europese bedrijven in de toekomst arbeidsrechten, milieunormen en mensenrechten centraal stellen in hun internationale activiteiten. Een mijlpaal, volgens Cindy Franssen. “Grote bedrijven die zaken willen doen op de Europese markt zullen moeten bewijzen dat ze voldoen aan een aantal minimumstandaarden in hun contacten met niet-Europese bedrijven. Zo halen we enerzijds misbruiken weg en hebben we tegelijk ook een positieve impact buiten de EU.”
In de Europese Unie gelden er voor bedrijven duidelijke arbeids-en milieunormen. Helaas is dat niet overal in de wereld het geval. Via handelscontacten en de import van allerlei producten, dragen we als Europeanen soms bij aan mistoestanden in niet-Europese landen zoals kinderarbeid, slechte werkomstandigheden, de schending van vakbondsrechten, ontbossing of milieuinbreuken. Rampen als de instorting van de Rana Plaza keldingfabriek, waarbij meer dan 1100 arbeiders het leven lieten, liggen vers in het geheugen. Om dit mee tegen te gaan, lanceerde de Europese Commissie een nieuw wetgevend voorstel, waardoor Europese bedrijven een zorgplicht zouden moeten uitvoeren.
Cindy Franssen: “Het belang van dit voorstel kan niet overschat worden. Dankzij deze regels krijgen we als Europeanen een stok achter de deur om misbruiken buiten de EU te voorkomen. Het kan niet dat multinationals wegkomen met kinderarbeid, uitbuiting van werknemers of bijvoorbeeld ontbossing. Bedrijven mogen hun producten pas op de Europese markt brengen wanneer ze aantonen dat er tijdens de productie of bij het ontginnen van grondstoffen geen link was met dergelijke inbreuken. We hebben dankzij onze interne markt enorm veel welvaart gecreëerd, nu is het tijd om ook internationaal de handschoen op te nemen.”
Landen zoals Duitsland, Frankrijk en Noorwegen kennen al gelijkaardige nationale regels. In België wordt het debat hierover ook al federaal gevoerd. Andere landen hebben wetgeving voor bepaalde specifieke risicosectoren. Maar omdat elk land zo eigen prioriteiten heeft, dreigt er een lappendeken aan regels te ontstaan. In een eengemaakte markt waar bedrijven over de grenzen heen actief zijn, dringt Europese harmonisering zich dus op.
Cindy Franssen: “Dankzij deze nieuwe regels op Europees niveau zorgen we voor een gelijk speelveld voor al onze bedrijven. Op deze manier behandelen we bedrijven in de verschillende lidstaten gelijk en vergroten we tegelijk de impact op het terrein. De stemming vandaag bepaalt het standpunt van het Parlement en is daarmee een eerste belangrijke stap. Het is nu vooral belangrijk om zo snel mogelijk rond de tafel te gaan zitten met de lidstaten en om tot een ambitieus en werkbaar akkoord te komen. Daarna kunnen de nieuwe regels dan definitief in werking treden.”